Blog « Blik op de Ardennen »

Welkom op het blog Blik op de Ardennen !
U vindt hier allerlei informatie over Belgisch Luxemburg: natuur, gastronomie, trektochten, ideeën voor uitstapjes, speciale ontdekkingen… Belgisch Luxemburg komt op een verbazingwekkende manier tot leven dankzij de artikelen van onze redacteurs, ambassadeurs en andere liefhebbers.

De heksen van de Ardennen

20
okt
2016

Door 20 oktober 2016 Categorieën Geschiedenis, Mijn Ardennen, Ontdekken en bezoeken Geen commentaar

Artikel update op 07 oktober 2019

In onze folklore komen diverse intrigerende personages voor. Maar in tegenstelling tot de nutons (de Ardense kabouters), de feeën, de weerwolven of de duivel, hebben de heksen echt bestaan! « Makrallen » worden ze ook wel genoemd.

Oudere Ardense dorpsbewoners zitten nog vol verhalen over marginale dametjes uit het dorp die de mensen probeerden te beheksen. In Marche-en-Famenne gaan de « macrâles » in een carnavalsstoet door de stad, en in Vielsalm vieren ze, in de nacht van 20 op 21 juli, jaarlijks hun sabbat op de rotsen van Tiennemesse.

Is Belgisch Luxemburg een bodem van hekserij? Laten we het samen gaan ontdekken!

Statue de la sorcière - Vielsalm © FTLB/P. Willems

Statue de la sorcière – Vielsalm © FTLB/P. Willems

Hekserij door de eeuwen heen

De magie en de kunst van genezing bestaan al sinds mensenheugenis. Enkele bronnen uit de oudheid gaan al over hekserij en het evangelie verspreidde verhalen over bezetenen en wonderbaarlijke genezingen. In onze streken speelden druïdes een belangrijke rol in de Keltische samenleving door de vele taken die ze hadden (dokter, jurist, docent, enz.) en door hun kennis. Ze waren één met de natuur en hielden heilige ceremonies met soms zelfs offers.

Gustave Doré, Druide coupant le gui, 1861 ©BNF

Gustave Doré, Druide coupant le gui, 1861 ©BNF

De evangelisatie van de Ardennen, vanaf de 4e eeuw na Christus, degradeerde deze geleerden tot de rang van paria. Saint Martin, saint Hubert of saint Monon legden de Christelijke gedachten en riten aan de bevolking op en verplichtten hen hun heidense geloof op te geven. Maar de gewoontes gingen nooit volledig verloren ondanks de verwoesting van de cultusplaatsen en de bouw van kerken. Het gebrek aan communicatie en het isolement van de dorpen zorgde ervoor dat het heidendom bleef bestaan. Neem het geval van de genezers en genezeressen. Verbannen of vervolgd verzamelden ze op afgelegen plaatsen (open plekken in het bos) waar ze ceremonies hielden onder de naam «sabbat».

Buste de saint Hubert - Basilique de Saint Hubert © FTLB/ P. Willems

Saint Hubert – Basilique de Saint Hubert © FTLB/ P. Willems

Ook tijdens de middeleeuwen zetten traditionele praktijken zich voort in de nabijheid van vrouwen. Hekserij werd nog niet beschouwd als een bedreiging voor de christenen. Het maakte deel uit van het dagelijkse leven in landelijke gebieden.

© FTLB/ P. Willems

© FTLB/ P. Willems

Echter, tijdens de Renaissance zal de relatie tot het mysterieuze volledig veranderen. We zijn nu in de 16e en 17e eeuw. De Inquisitie en het kerkelijk Concilie van Trente (1545-1563) zijn de aanzet tot de jacht op ketters en alle vormen van bijgeloof. De Nieuwe Tijd brengt een nieuwe wereld (grote ontdekkingen) die draait naar wetenschappelijke vooruitgang. Kortom, rationalisme en hekserij gaan niet samen. Heksen worden opgejaagd en de rechterlijke macht zet zich snel in werking. Op ons platteland zijn dat de wethouders, de notabelen van de streek die zich met deze zaken bezighouden. Maar macht gaat niet altijd samen met kennis en een groot aantal van deze rechters waren incompetent en onwetend.

© FTLB/ L. Aprosio

© FTLB/ L. Aprosio

In onze regio’s, de Spaanse Nederlanden en het prinsbisdom Luik en van Stavelot-Malmédy, stond de Nemesis Carolina, de door Karel V ondertekende rechtscode, toe dat het lokale Hof van Justitie de van geheime praktijken verdachte personen arresteerde, ondervroeg en strafte. De periode van de grote vervolging was de jaren 1550-1650. Na deze datum werd hekserij beschouwd als een simpel misdrijf en in 1682 werd het door Lodewijk XIV volledig gelegaliseerd.

 

 

Wie waren nu die heksen?

We spreken over heksen omdat het hoofdzakelijk vrouwen waren die werden beschuldigd. Ze werden lang beschouwd als minderwaardige wezens die de erfzonde representeerden en derhalve samenspanden met de duivel.

Charles Bétout, La ronde des saisons trente-sept Maquettes de costumes, 1905 © BNF

Charles Bétout, La ronde des saisons trente-sept Maquettes de costumes, 1905 © BNF

Echter, tovenaars hebben ook bestaan. Dit was het geval met de beroemde herder-tovenaar Bellem in het noorden van de Ardennen en met Kaap, de tovenaarskoning uit Hachy in de streek van Arlon. Zij werden relatief gezien behoorlijk gespaard voor de brandstapel, behalve in de regio van Ouffet (provincie Luik). De geschiedkundige Jules Michelet verduidelijkte door de uitspraak « voor één tovenaar (geëxecuteerd), tienduizend heksen. »

François de Joullain Claude Gillot, Habit de sorcier, XVIIIème siècle © BNF

François de Joullain Claude Gillot, Habit de sorcier, XVIIIème siècle © BNF

Hoe waren ze te herkennen? Over het algemeen waren het personen die aan de zelfkant van de samenleving leefden. Ze woonden vaak alleen, leefden geïsoleerd, hadden weinig familie en vrienden en hadden een onaangenaam voorkomen (haakneus, wratten, bulten, klompvoet, etc.). De duivel koos betrouwbare vrouwen. Hij nam een menselijke gewaarwording aan, benaderde zijn toekomstige slachtoffer en beloofde haar een radicale verbetering van haar situatie. Het kwam ook voor dat hele mooie meisjes werden beschuldigd van hekserij (men dacht dat hun schoonheid voortkwam uit een pact met de duivel).

Penguilly, Gravure La sorcière du village © BNF

Penguilly, Gravure La sorcière du village © BNF

Beschuldigingen van hekserij

Heksen waren destijds de zondebokken van de samenleving die geplaagd werd door grote angsten en problemen: angst voor de dood, epidemieën, de hel, enz. Al deze slechte dingen droegen het teken van de duivel. Men beschuldigde deze mensen van het ontkennen van God, van het onderhouden van een pact met de Duivel en hem hulp te bieden, van de uitvoering van spreuken, van het zich transformeren in een wolf of een kat en van deelname aan een sabbat.

Henri Ganier-Tanconville, Les sorcières du Bastberg, XIXème siècle, © BNF

Henri Ganier-Tanconville, Les sorcières du Bastberg, XIXème siècle, © BNF

De arrestaties kwamen vaak voort uit een eenvoudig gerucht of een aanklacht: iemand was ’s nachts in het bos gezien, een andere werd beschuldigd van het laten schiften van de melk, en nog een andere maakte kinderen ziek, etc. Door folteringen gaven de gedetineerden de feiten toe die ze niet hadden begaan en klaagden andere personen aan. Het oordeel volgde snel en de vrouwen werden op de brandstapel gezet nadat ze gewurgd waren of opgehangen, en soms zelfs met hun eigen kinderen die werden beschouwd als geboren tovenaars en heksen. Behalve executies vonden er ook minder zware straffen plaats zoals ballingschap of de in beslagname van goederen.

 

De onkunde en het religieuze fanatisme van de wethouders, samen met verraad en de behoefte aan wraak van de dorpsbewoners stonden aan de oorsprong van deze gruwelijkheden.

Cornélius, Peinture à l'huile © BNF

Cornélius, Peinture à l’huile © BNF

Hekserij in Belgisch Luxemburg

Processen en executies, ze vonden zo’n beetje overal op ons grondgebied plaats. Naast uitroeiing van heksen hadden deze massamoorden als doel om de bevolking te raken. De dorpelingen werden verplicht om de ceremonies bij te wonen die als waarschuwing moesten dienen.

Er zijn vele voorbeelden, zoals die van Marie Honvelez uit Vielsalm die beschuldigd werd van duistere praktijken. Ze werd opgepakt en gefolterd maar bleef de feiten ontkennen, zelfs nadat haar zoon Servais en haar man ook gemarteld werden. Deze laatste overleed aan zijn verwondingen. Uiteindelijk werd het gerecht van Salm veroordeeld tot de betaling van een schadevergoeding aan de weduwe.

 

Het dorp Sugny werd in 1657 geplaagd door mysterieuze ziektes waar zowel mensen als dieren aan overleden. Vier vrouwen (Jeannette Huart, Jeanne Pilhart, Jeannette Petit en Marson Huart) werden verdacht van zwarte magie en gearresteerd op bevel van de rechtbank van Bouillon. Na meerdere weken van hoorzittingen volgde het vonnis: een jaar gevangenis voor twee van hen, verbanning van de derde en de meest beroemde, Jeanette Huart, werd diezelfde dag nog opgehangen en verbrand.

 

In Durbuy vonden er 40 processen en 30 executies plaats in de periode van 1580-1636 en in Saint-Hubert 23 processen in slechts 16 jaar tijd (1614-1636).

 

In de archieven en naslagwerken vinden we andere sporen van processen in Herbeumont, Bouillon, Bastogne, Muno, Alle-sur-Semois, Stavelot, etc.

 

In Etalle vond in het jaar 1584 een hekserijproces plaats tegen Lucie Lewercolier, terwijl dat in Izier Anne Bertrand in 1586 en Marie Bertran in 1605 werden gemarteld en op het dorpsplein werden verbrand. In 1604 werd Catherine Jacquemin uit Ochamps beschuldigd van hekserij en op de brandstapel gezet. Enkele jaren later, in 1633, werd Margueritte Bettoz uit Halma (Wellin) verdacht van heksachtige praktijken.

Het gerecht van Saint-Hubert organiseerde in Mirwart de gevangenisstraffen, de bouw van brandstapels en de executies. Enkele tientallen mannen en vrouwen hebben op deze plek het leven gelaten.

Bekende namen zijn nog Jean Close, tovenaar en weerwolf uit Commanster, de tovenaar Cope uit Herbeumont, la Tchalette en la Cesse uit Rochehaut, Catherine uit La Roche-en-Ardenne, de makrallen van Werpin, enz.

 

 

Komen we vandaag de dag nog heksen tegen?

Het Bosbessenfeest

Al bijna 60 jaar nemen in de nacht van 20 juli, de oude heksen en andere gemene makrallen bezit van de sleutel van de stad en komen bijeen op de open plek van Tiennemesse, bovenop de rotsen van Vielsalm, voor hun traditionele sabbat, hun duivelse avond met dans en kwaadaardige zang.

Hier ontmoeten ze hun duistere meesteres die niemand anders is als de Duivel. Samen wijden ze bepaalde personages uit de regio of de nationale politiek in. Deze laatsten worden gedwongen om voor hun “wandaden” te boeten door een mix op basis van geplette bosbessen te drinken, spreuken na te zingen en op een bezem te zitten of ermee te vegen. Doorstaan ze de proeven dan worden ze baron of barones. Na de mysterieuze verdwijning van de heksen in het vuurwerk tekenen de ingewijde personages het Gouden boek om eindelijk, na meerdere jaren, tot de rang van Duistere Prins verheven te worden.

 

De volgende dag, op 21 juli, wandelen de kwaadaardige vrouwen door de straten van de stad op het ritme van de optocht van het Bosbessenfeest en sluiten af door de stadssleutels terug te geven.

© FTLB/ L. Aprosio

© FTLB/ L. Aprosio

Waarom heksen in Vielsalm?

Gustine Maka was een hele bekende heks uit de streek. Haar echte naam was Marie-Joseph Augustine Lemoine, dochter van Jean-Joseph Lemoine en van Marie-Jeanne Maka. Ze was geboren in Rencheux, in 1836, en vestigde zich vervolgens in Vielsalm (ze overleed in het tehuis van Turnhout in 1915). Geplaagd door ongeluk gedurende haar hele leven, verloor ze haar twee jonge echtgenoten en haar kinderen op jonge leeftijd en sloot ze zich af van de rest van het dorp. Met het ouder worden werd ze bedlegerig, kreupel en onevenwichtig. Al snel werden er roddels over haar verspreid. De mensen werden bang voor haar en vertelden dat ze iedereen die haar voorbijkwam vervloekte.

Een legende vertelt dat op een dag, Gengoux, een jongeman uit Vielsalm, samen met zijn vrienden met lege handen terugkwam van het bosbessenplukken. Ze kwamen Gustine tegen met een mand vol wild fruit. De heks nodigde hen uit om te proeven van haar oogst, die ze de dag ervoor had behekst, en de jongens veranderden meteen in makrallen!

 

Vandaar dat tijdens het bosbessenfeest de heksen van Vielsalm tevoorschijn komen om de bevolking bang te maken.

© FTLB/ L. Aprosio

© FTLB/ L. Aprosio

 

De sabbat plaatsen

« Le Saut des sorcières » tussen Les Hayons en Auby. Deze lange graat boven de samenloop van de beek les Alleines en de Semois was de verzamelplaats van de heksen en hun ceremoniemeester, een herder uit Auby genaamd Colas Cha Cha. Hij werd gearresteerd en op de brug van Bouillon verbrand.

« Les sorcières de Châmont ». In de omgeving van Villance ontmoetten de heksen elkaar bij de bron « Robefoy” en op de heide van Châmont, de sabbatplaats. Elk dorp (Redu, Maissin, Lesse, Libin, Arville, Hatrival, Transinne) moest essentiële ingrediënten leveren voor de ceremonie op straffe van het noodlot.

« La Roche Namousette ». La Namousette, soms een fee, soms een heks, werd tot de brandstapel veroordeeld nadat ze mensen probeerde te beheksen. Ze woonde vlakbij het dorp les Hayons, in het bos van “Prénaûmont”.

« La pierre du diable » in Suxy, verzamelplaats voor heksen van de streek.

« La roche de Gobaye ». Marie Gobaye, een heks die op een rots woonde tussen Arville, Smuid et Mirwart, had de gewoonte zich in een paard, een vos of een schaap te transformeren om mensen te vervloeken.

 

 

Getuigenissen van ouderen

« Aan het eind van de 19e eeuw leefde in Masbourg iemand die we destijds een “Jeteuse de sort” noemde (iemand die andere mensen vervloekte). Op een dag, op een akker, trok ze in plaats van het op te rapen direct het graan van de aren om sneller klaar te zijn. De boer zag haar en bestrafte haar. Ze waarschuwde hem dat hij nooit meer met zijn twee karren op de boerderij zou komen. En zonder enige reden kiepten ze midden op het pad om! 

De grootouders van mijn echtgenote hebben ook een woordenwisseling met haar gehad. En diezelfde avond was al het vee losgemaakt in de stal! »

Robert Pierard, Masbourg, 2015.

 

Een vloek?

« We maakten een fietstochtje, niet ver van Vielsalm. Het was donker. Opeens zagen we in tegengestelde richting een zwart rijtuig aankomen, getrokken door één enkel paard. Een oude dame zat in een grote stapel kussens en stuurde het vreemde voertuig. Ze was in het zwart gekleed en haar haren hadden een vreemde witte kleur. Ze had uitstekende jukbeenderen en haar gezicht was helemaal rood. Toen ze ter hoogte van ons was ging mijn ketting spontaan van mijn fiets. Had deze vrouw mijn fiets vervloekt? En waarom? Zegt men niet dat Vielsalm de streek van de makrallen is? »

Noelle Maquet, Histoires et traditions de nos vallées, t.II, Aywaille, p. 193

 

Bronnen

  • Dupont-Bouchat Marie-Sylvie, “La chasse aux sorcières en Gaume”, in Les Cahiers Brunehaut, n°23, 2012, p. 20-25.
  • Duvivier de Fortemps Jean-Luc, Stassen Benjamin, L’Ardenne merveilleuse, Neufchâteau, Weyrich, 2013.
  • Fanon Maurice, “Les sorcières d’Izier … et d’ailleurs”, in Terre de Durbuy, n°80, décembre 2001, p. 23-38.
  • Glain et Salm, Haute Ardenne, n°51, janvier 2000, p. 11-14.
  • Graulich Olivier, Legros Charles, Salm en Ardenne, Vielsalm, Administration communale de Vielsalm, 1994.
  • Lambert Paul, “Sorcières et sorcellerie, une autre façon de voir notre belle province”, in Luxembourg Tourisme, n°112, hiver 1993, p. 26-29.
  • Les Hèyeûs d’sov’nis, Histoires et traditions de nos vallées, t.II, Liège, Editions Dricot, 1997.
  • Moxhet Albert, Ardenne et Bretagne. Les soeurs lointaines, Pierre Margada éditeur, 1989.
  • Muchembled Robert, “Sorcellerie, culture populaire et christianisme au XVIe siècle (…), in Annales. Economies, Sociétés, Civilisation, 28ème année, n°1, 1973, p. 264-284.
  • Paravy Pierrette, “Faire Croire. Quelques hypothèses de recherche basées sur l’étude des procès de sorcellerie du Dauphiné au XVe siècle”, in Faire Croire. Modalités de la diffusion et de la réception des messages religieux du XIIe au XVe siècle, Rome, Ecole Française de Rome, 1981, p. 119-130.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *