Blog « Blik op de Ardennen »

Welkom op het blog Blik op de Ardennen !
U vindt hier allerlei informatie over Belgisch Luxemburg: natuur, gastronomie, trektochten, ideeën voor uitstapjes, speciale ontdekkingen… Belgisch Luxemburg komt op een verbazingwekkende manier tot leven dankzij de artikelen van onze redacteurs, ambassadeurs en andere liefhebbers.

De Ardennen van Paul Verlaine

17
aug
2017

Door 17 augustus 2017 Categorieën Bewegen, Geschiedenis Geen commentaar

Wandelen is niet alleen gezond, u kunt er ook iets bij opsteken!  Zo is er in Paliseul een nieuwe wandeling die u meer vertelt over de befaamde dichter Paul Verlaine.

Naast het boek van Danielle Chanteux “Paul Verlaine et l’Adenne” en de bijhorende expo (te reserveren bij het VVV kantoor van Paliseul) is er nu ook een kleine wandeling in het dorp van 5 km in de voetsporen van Paul Verlaine.  Naast de 6 infopanelen langs het parcours, komt  u via een QR-code nog meer te weten over het leven van deze poëet.

photo panneau balade Verlaine

De Ardennen als houvast

Van 1845 tot 1873 brengt Paul Verlaine de zomer door bij de familie van zijn vader, Nicolas-Auguste Verlaine, die officier was in het Napoleontische leger. Nicolas-Auguste Verlaine trad in het huwelijk met Elisa Dehée de Fampoux, die geboren werd in Arras. Zelf werd Nicolas-Auguste geboren in Bertrix, in het toen Franse Woudendepartement van voor de nederlaag van Napoleon. Grootvader Henry-Joseph Verlaine d’Arville was procureur bij het Hoog Gerechtshof van Saint-Hubert en daarna Jacobijns notaris onder de Revolutie. Verlaine was dus sterk verankerd in de Ardennen langs vaderskant.

Verlaine

Paul Verlaine wordt geboren in Metz, waar zijn vader gelegerd lag. In 1851 gaat de vader van Verlaine met pensioen. Het gezinnetje vertrekt naar Parijs, want Paul moet de allerbeste opvoeding krijgen. Voor de kleine stadsjongen betekenen de Ardennen de vrijheid. En het echte avontuur, want het dorp Paliseul is enkel met de koets te bereiken. Hij noemt het mooi en fraai gelegen, daar hoog boven, de te eenvormig strenge leistenen daken wat verzachtend. De rit van Parijs naar Sedan nam twee volle dagen in beslag.

En dan duurde het nog een dag om eindelijk aan te komen in Paliseul, langs hobbelige wegen, via Bouillon (in de vorm van een trechter en waar soms de postrijtuigen uit Sedan over donderden). In de Ardennen (wild en duivels, maar met zachtaardige inwoners) komt de tengere scholier weer op krachten. Hij maakt lange voettochten door de bossen en het landschap, vist op forel in de Semois.

Malle-poste de Bouillon-Sedan

Dit is een heel andere omgeving voor hem, het leven in openlucht, met de vrienden uit zijn kindertijd: Xavier en Jean-Baptiste Delogne, Hector Pérot en zijn zus Clarisse. De jonge Paul Verlaine gaat samen met zijn vader op jacht in Les Abbyes in Opont, op een groot jachtdomein dat toebehoorde aan Pierre Bonaparte. Hier kwamen de heren notabelen-jagers samen.

Paliseul, zijn kleine vaderland van het HART

De volwassen Verlaine komt terug naar Paliseul voor de begrafenis van zijn tante Henriette in maart 1869 en daarna nog een laatste keer in 1871 om oudejaarsavond te vieren met de familie Pérot. In april en mei 1873 verblijft Verlaine in Jéhonville bij “zijn oude tante die zo goed” voor hem is. Zijn huwelijksleven wordt een nachtmerrie en hij is het slachtoffer van een beroerte in Namen. Hij dankt zijn leven enkel aan zijn vrienden van Paliseul, Xavier en Jean-Baptiste Delogne. Hij komt weer wat tot rust bij tante Julie die hem liefdevol opvangt, maar hij verveelt zich.

1873VerlaineetRimbaud.FondsRimbaudcharleville

Verlaine en Rimbaud

 

Op 25 mei reist Verlaine naar Arthur Rimbaud en Ernest Delahaye in Bouillon, waar ze samen de bloemetjes buiten zetten. Ze vullen hun dagen met forellen, pintjes en jenever. Op 10 juli 1873 zijn Rimbaud en Verlaine samen in Brussel. Verlaine schiet twee keer op Rimbaud. Voortaan zal hij zijn gedichten schrijven in de gevangenis van Bergen, waar hij tot 1875 verblijft.

“O België dat me deze moeilijke vrije
tijd bezorgde. Bedankt! Ik kon in elk
geval nadenken en begrijpen. In de
zachte en witte stilte van jouw cellen,
Over de redenen, die ontglippen, als
libellen.”

In de Ardennen

Verlaine mag nu niet meer binnen in België en vestigt zich dan maar in de Franse Ardennen, van 1877 tot 1885. In 1877 volgt hij zijn vriend Delahaye op als leraar aan het Collège Notre-Dame van Rethel. Maar de demonen van de alcohol krijgen hem weer in hun greep en hij wordt ontslagen. Hij wordt dan huisonderwijzer en landbouwer in Coulommes.
In 1880 is Verlaine in Juniville. Hij koopt er in naam van de familie Letinois een hoeve die ze samen zullen exploiteren. Zoon Lucien Letinois is een oud-leerling van Verlaine die hem onder zijn vleugels nam. De dichter houdt wel van het platteland, maar een landbouwer is hij niet. De hele zaak mislukt al snel. De hoeve wordt in beslag genomen. Verlaine schrijft dat hun teeltpoging een droef einde kende, maar dat hij er lange tijd toch van heeft genoten (in zijn bundel ‘Amour/Liefde’).

In 1882 knoopt hij weer aan met de Parijse literaire kringen. Dan sterft Lucien in 1883. Verlaine keert terug naar Coulommes. Hij trekt in de kleine hoeve die zijn moeder van de familie Letinois overkocht. Hij tuiniert, tracht te vergeten, hij schrijft volop aan Amour. Maar het valt hem alsmaar zwaarder. In 1885 duikt hij onder in Corbion, dicht bij de pastorie van zijn jeugdvriend, Jean-Baptiste Dewez. Hij zal de Ardennen definitief verlaten in 1885. Tot in 1895 zal hij blijven publiceren. Hij sterft in Parijs in 1896..

Paul Verlaine in Paliseul

PlanPaliseulVerlaine

1. Toeristische dienst van Paliseul:

Het huis van zijn tante (tante Henriette Grandjean) bevond zich hier. In deze tuin speelde en vocht Verlaine met zijn jeugdvrienden, Hector Pérot en de toekomstige pastoor van Corbion,
Jean-Baptiste Dewez.
2. Beeldhouwwerk van Jean-Paul Couvert:

De kunstenaar werd in 1958 in Corbion geboren. Hij schildert, beeldhouwt en verkoopt tabak. Het is een kind van het land van de Semois. Hier beeldt hij een reusachtige bijl uit leisteen uit, als symbool van het woud waar Verlaine zo van hield. De vergulde fonkelende blaadjes zijn van es, het hout dat vroeger gebruikt werd om grepen van werktuigen te fabriceren. De letter H staat voor ‘humanité’. Aan de voet staan de beroemde verzen van Verlaine: “Au pays de mon père… ” (Amour, 1888).

2
3. Hôtel des Ardennes en oud postrijtuig:

Paliseul was een officiële halte van de Koninklijke Post en van de postkoetsen. Het was ook een kantonhoofdplaats voor de militie en het vredegerecht. Op het plein vonden vaak drukbezochte markten en kermissen plaats.

3
4. Kapel van Sint Rochus:

Deze is gewijd aan de heilige die al sinds de middeleeuwen wordt ingeroepen tegen de pest. De vrome, strenge maar welwillende tante Henriette kwam hier vaak met haar neef om zijn christelijke opvoeding te vervolmaken. Ze bewonderde zijn cultuur en talent. Verlaine zelf zou er naar verluidt bescherming tegen de ‘pest van het huwelijk’ gevraagd hebben.

4

5. Huis van Jean-Joseph Istace:

Hij is de vriend van de vader van Paul Verlaine. Zijn zoon Eugène werd in 1835 geboren. Hij wordt de ‘kleine hertog’ genoemd en is handelsvertegenwoordiger voor een kristalfabriek. Hij zal veelvuldig corresponderen met de dichter.

Circuit Rimbaud

6. Huis van Tante Henriette:

Zij is de echtgenote van de grootoom van Verlaine, luitenant-kolonel Grandjean. Het echtpaar huurt dit langgerekte woongedeelte met stal en loods vanaf 1846. Verlaine beschrijft het decor en ontmoet er de twee eerwaarde heren Xavier en Jean-Baptiste Delogne, priesters in Paliseul en Namen. Vandaag zijn er twee handelszaken gevestigd op de benedenverdieping van de oude hoeve.

7. Eerste huis Pérot:

De familie bewoont eerst dit huis, dat vandaag het OCMW huisvest (nr. 25). Het echtpaar
Pérot behoort tot de goede burgerij, die de Verlaines zo na aan het hart ligt. Mevrouw Pérot is de dochter van Pierre Poncelet, burgemeester van Bouillon en vervolgens notaris in Paliseul.

8. Kerk van de heilige Eutropius:

Op zijn feestdag brachten de relieken van de heilige martelaar duizenden
bedevaarders naar de stad. In de tijd van Verlaine bevond de ingang van de kerk zich aan de andere kant en gaf het koor uit op het marktplein. Verlaine vertelt over de religieuze plechtigheden die het landelijke leven ritmeerden.

9. Gedenkplaat:

Op 26 juni 1932 brengt de ‘Société des écrivains ardennais’ die in Charleville werd opgericht, hier een schiststeen aan. Deze plaat brengt hulde aan de grote dichter die lange tijd bevriend was met de kinderen van dit huis en samen met hen speelde. De eigenaar, Jean- Joseph Pérot, is postontvanger en  burgemeester van Paliseul van 1867 tot 1879. Het werd later het huis van de hulpkapelaan en herbergt nu het cultureel comité ‘Paul Verlaine’. In de hal beeldhouwde de kunstenaar Fernand Tomasi uit Meix-devant-Virton het portret van Verlaine in reliëf.

DSC_7788

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *