De Semois, koningin van de meanders – 2e deel: van Chiny tot Florenville
3
jul
2015
Door Jacques Cornerotte 3 juli 2015 Categorieën Mijn Ardennen, Natuur, Ontdekken en bezoeken Geen commentaar
Chiny, klein hoofdstadje van een machtig graafschap…
We gaan verder op onze route over de Semois, als u mij wilt volgen, naar Chiny. De Semois maakt er zijn eerste korte inval in de Ardennen. Steile rotshellingen, uitgesleten valleien en verlaten meanders geven een prachtige en vriendelijke wildheid aan de waterloop. Wist u dat dit kleine stadje, hoofdzakelijk agrarisch tot in de jaren ‘90, hoofdzetel geweest is van een machtig graafschap in de middeleeuwen?
“Le Fort” herinnert aan dit verleden. In 1970 hebben opgravingen op deze uitstekende rotsuitloper de aanwezigheid van een belangrijk versterkt fort aan het licht gebracht. Chiny heeft ook een belangrijke toeristische groei doorgemaakt tussen de twee wereldoorlogen in: zes hotels en familiepensions, zoals ze in die tijd heetten, waren actief in het kleine graafschap.
Maar Chiny is vooral gekend door twee nogal originele attracties: de vereniging “Les Passeurs réunis”, die afvaarten in speciale bootjes beheerd, heeft in 2014 zijn honderdste verjaardag gevierd. Helaas staat deze activiteit op losse schroeven. De Semois afvaren in een kano of kajak is natuurlijk wel nog mogelijk.
… en verhalenstad
Chiny is ook en vooral het Verhalenfestival. Ieder jaar, in een weekend in augustus, kent het kleine stadje een enorme toeloop: verhalenvertellers van alle hoeken van de Franstalige wereld komen samen. Drie dagen lang leeft Chiny in een droom, in poëzie en gezelligheid. Een must voor verhalenliefhebbers van alle leeftijden.
Hebt u een beetje honger? Keuze genoeg aan kleine restaurantjes die de beste smaken op uw bord kunnen toveren, van grillade tot gastronomische menu’s, er is voor elk wat wils!
En ten slotte is er in het eerste weekend van juni voor tuinliefhebbers het open-tuinenweekend “Chiny au jardin”. Heerlijk struinen tussen de mooie planten, struiken en bomen, en ideeën opdoen bij gepassioneerde bewoners.
Terug in de Gaume
Daar waar de Semois het grote woud van Chiny uitkomt, arriveren we in de Gaume. Het grote waterrad van de molen van Lacuisine wordt in gang gezet. Dit gebouw is geklasseerd door het Waals Gewest, en getuigt van de talrijke smederijen en molens die vroeger langs de rivier stonden. De molen werd eerst gebruikt voor meel, en later als zagerij. Vanaf de jaren ’70 werd de molen inactief. Mevrouw Mars, de eigenaresse, verzorgt vol overgave het onderhoud, en in 2014 werd het rad vernieuwd.
In Florenville
Twee toppers tussen talrijke andere springen eruit: « la Poivrière » en het Regionaal Landschapscentrum. Achter de kerk van Florenville ontdekken we een adembenemend mooi uitzichtpunt: de Semois heeft hier aan de voet van de cuesta een meander gevormd waar weilanden en maaivelden lichtjes stijgen richting het domein van “les Epioux” en de zuidelijke Ardennen. Hier werd een educatief landschapscentrum gebouwd, en de oprichters hebben van dit uitzicht geprofiteerd om een pedagogisch hulpmiddel te plaatsen van grote kwaliteit.
Na uw bezoek heeft de Semois tussen Ardennen en Gaume (zo goed als) geen geheimen meer voor u. In feite is het een uitnodiging om te struinen over de honderden kilometers aan bewegwijzerde wandelpaden van de streek. Kaarten zijn verkrijgbaar in alle Syndicats d’Initiatives en Maisons du Tourisme.
En over uitzichtpunten gesproken, heeft u het mooie kleine gebouwtje opgemerkt, zorgvuldig gebouwd van kalksteen van Fontenoille, niet ver van Camping La Rosière? Lodewijk XIV heeft nogal wat sporen nagelaten van zijn bewind in de streek. Via dit soort verdedigingswerken hield men de rivieroversteekplaatsen tussen Nederland, Spanje en Frankrijk in de gaten. “La Poivrière” (zo heet het) was het enige uitzicht- en verdedigingspunt dat werkelijk van steen gebouwd is door de Zonnekoning. De andere schansen, zoals ze ook genoemd werden, waren slechts summiere bouwsels op rotspunten boven de rivier.
Terug in de Ardennen
Daviha. Aan de rand van het woud van « Les Epioux » zie ik mijn grootvader en twee ooms voor me, op de rotsen die middenin de rivier uitsteken, gefocust op de minste beweging van hun dobber die op het water drijft. Wat hebben we mooie momenten beleefd, aan de waterkant… Dat is lang geleden… Maar forellen, kopvoorns, snoeken, barbelen vullen nog altijd onze Semois. En het vissen is nog altijd even aantrekkelijk!
La Vanne des Moines…
Iets na Sainte-Cécile biedt de vallei een prachtig natuurzicht. Overal ziet men beuken, eiken, en haagbeuken, afgewisseld met enkele sparren (we zijn immers in de Ardennen). In de lente vullen de narcissen en anemonen de bosgrond met wit en geel. En natuurlijk is er de stilte, enkel verstoord door het geluid van een watervalletje. We zijn bij de Vanne des Moines, een brede stuwdam dwars over het water, gebouwd van enorme leistenen. Men zegt dat het de monniken van Orval waren die dit bouwwerk hebben gemaakt, waarschijnlijk om de rivier wat te kunnen temmen in periodes van gevaarlijk hoog water, en om zalm te vangen.